Recordzachte eerste helft lente

De meteorologische lente van 2024, die op 1 maart begon, zit inmiddels op de helft. Doordat maart recordwarm was en april tot dusver ook zeer zacht verloopt, zal het niemand verbazen dat de eerste helft van de lente recordzacht was. De gemiddelde temperatuur is uitgekomen op 10,3 graden tegen 7,2 normaal. Het was ook somber met 202 zonuren tegen 243 normaal en er viel een vrijwel normale hoeveelheid neerslag met 80 mm tegen 78 normaal.

De recordwarmte gaat maar door, want na een recordwarme februari en recordwarme maart is de eerste helft van de lente (periode 1maart tot en met 15 april) ook recordwarm! De gemiddelde temperatuur komt uit op 10,3 graden tegen 7,2 normaal. Het vorige record was 9,5 graden en werd gemeten in de eerste helft van de lente van 1991. Ook de eerste helft van de lente van 2014 had een gemiddelde temperatuur in De Bilt van 9,5 graden.

Eerste helft april recordwarm

Ook als we specifiek kijken naar de eerste helft van april is sprake van een warmterecord. De gemiddelde temperatuur van 1 tot en met 15 april is 13,1 graden tegen 8,8 normaal. Dat komt niet alleen door hoge middagtemperaturen, maar vooral ook door de hoge nachttemperaturen. Overdag was het 2 graden warmer dan gebruikelijk en in de nachten maar liefst 3,5 graden!

Geen enkele vorstnacht in De Bilt

In De Bilt heeft het in de meteorologische lente tot dusver helemaal niet gevroren tegen elf vorstnachten normaal in de eerste helft van de lente. Ook dat is een record en niet eerder voorgekomen. De laatste vorstnacht in De Bilt was 28 februari.

Tot dusver kwam het elke lente wel tot meerdere vorstnachten in De Bilt en zeker in de eerste helft van de lente. De lentes met de minste vorstnachten in De Bilt sinds 1901 waren 1945 en 1992 met elk twee vorstnachten in De Bilt. In deze jaren kwam het ook in de tweede lentehelft niet tot vorst.

Of het de komende tijd tot vorst komt lees je in het uitgebreide weerbericht van Nederland.

Ook elders in het land heeft het in deze aprilmaand (nog) niet gevroren. In maart kwam regionaal wel een minnetje voor de temperatuur. Tussen 4 en 8 maart kwam het elke nacht plaatselijk tot vorst en ook op 17 en 25 maart werd lokaal vorst genoteerd. In Woensdrecht kwam het in deze lente tot dusver viermaal tot vorst, in Twente vroor het drie nachten. De laagste landelijke temperatuur was -2,0 graden en werd op 25 maart gemeten in Woensdrecht.

Drie datum-warmterecords

Maart kende twee datum-warmterecords en april tot dusver één. Het jaar 2024 kent al vijf datum-warmterecords en geen enkele datum-kouderecord. Op 3 maart werd het in De Bilt 15,9 graden en daarmee werd het oude record van 14,7 graden uit 1930 gebroken. Op 14 maart werd het in De Bilt 17,8 graden en het oude record voor deze datum was 17,6 graden. Op 6 april werd het in De Bilt 24,1 graden en was wederom sprake van een datum-warmterecord. Het oude record stamde uit 2020 met 23,0 graden.

Er was op 6 april niet alleen sprake van een datum-warmterecord, het was ook de eerste lokale en officiële warme dag van het jaar. In het zuiden van het land werd zelfs op vier stations, bijzonder vroeg, de eerste lokale zomerse dag met 25 graden en meer genoteerd. In Gilze-Rijen werd het 25,0, in Twente en Eindhoven 25,4 en in Arcen 25,7 graden. De eerste lokale zomerse dag was niet recordvroeg, want op 29 maart 1968 werd het in Venlo en Gemert 25,6 graden.

De hoogste temperaturen in de eerste helft van de lente werden op 6 april genoteerd, maar ook de dagen daarna kwam het vaak tot warme dagen met temperaturen van 20 graden en meer. Op 7 april werd het in De Bilt ook warm met 21,1 graden en op 12 en 13 april steeg het kwik wederom tot boven 20 graden op het hoofdstation. Op 12 april werd het 20,0 graden, een dag later werd de vierde warme dag genoteerd en werd het in De Bilt 23,1 graden. Gemiddeld stijgt het kwik op twee dagen in De Bilt in de eerste helft van de lente tot boven 20 graden.

In het zuiden van het land zijn op meerdere weerstations inmiddels al vijf warme dagen en één zomerse dag genoteerd.

Lees ook: Dit weer is normaal in de lente

Neerslaghoeveelheid redelijk normaal

Maart was een vrij droge maand met gemiddeld over het land 47 mm tegen 58 normaal. April is tot dusver iets te nat met 33 millimeter over de eerste 15 dagen. Normaal valt 42 mm over de hele maand april. Van 1 maart tot en met 15 april is gemiddeld over het land 80 mm gevallen tegen 78 normaal en dat is een vrijwel normale hoeveelheid.

Het was niet alleen nat, er viel ook over een lange periode neerslag. De neerslagduur was 92 uur tegen 76 normaal.

Maart was vooral in het zuiden van het land nat met 60 tot 90 mm. In het zuiden van Limburg viel bijna 100 mm. In april is de meeste regen tot dusver voor een strook van Zeeland, over Utrecht en Gelderland naar het noordoosten. Er viel 40 tot lokaal 60 mm. Elders in het land viel veelal 20 tot 40 mm.

Sombere eerste helft lente

Met in maart 126 zonuren tegen 150 uur was de maand somber en ook april is iets minder zonnig dan gebruikelijk. De zon heeft in de eerste helft van de maand 73 uur geschenen tegen zo’n 93 uur normaal. Sinds het begin van de meteorologische lente scheen de zon gemiddeld over het land 202 uur tegen 243 normaal volgens het klimaatgemiddelde 1994-2023.

Vorig jaar scheen de zon in de eerste helft van de lente slechts 117 uur. In 2022 verliep de eerste van de lente met 331 uur zeer zonnig, maar nog zonniger was het in 2020. Toen scheen de zon van 1 maart tot en met 15 april maar liefst 336 uur.

Hoe de tweede helft van de lente verloopt lees in onze maandverwachting

Hooikoortsklachten nemen toe

Doordat het steevast te warm is voor de tijd van het jaar loopt de natuur ongeveer drie weken voor op het normale schema voor deze eeuw. Hierdoor hebben we de piek van het berkenpollenseizoen al achter de rug en komt de ontwikkeling van het gras al op gang. Komende weken zullen steeds meer grassoorten tot bloei komen en hierdoor neemt de kans op hooikoortsklachten door bloeiend gras toe. Lees ook: Graspollenseizoen zeer vroeg van start